Gastles: 'Bedrijven en mensenrechten: de rol van internationaal privaatrecht'
- Voor wie
- Studenten , Medewerkers , Journalisten , Privépersonen
- Wanneer
- 05-12-2022 van 08:30 tot 10:00
- Waar
- Auditorium B, Campus Aula, Universiteitstraat 4 - 9000 Gent
- Voertaal
- Nederlands
- Door wie
- Mathilde Brackx
- Contact
- Mathilde.Brackx@ugent.be
- Website
- https://hrrn.ugent.be/wp-content/uploads/2022/11/HRRN_Human-Rights-Week-2022.pdf
Multinationale bedrijven zijn tot op vandaag vaak betrokken in mensenrechtenschendingen. Dit kan gaan om olievervuiling met invloed op het recht op gezondheid en een gezonde leefomgeving, dwangarbeid of een gebrek aan inachtneming van de landrecht...
Gastles door Mathilde Brackx in het vak internationaal privaatrecht ‘Bedrijven en mensenrechten: de rol van internationaal privaatrecht’.
Multinationale bedrijven zijn tot op vandaag vaak betrokken in mensenrechtenschendingen, vaak in het globale zuiden. Dit kan gaan om olievervuiling met invloed op het recht op gezondheid en een gezonde leefomgeving, dwangarbeid of moderne slavernij, of een gebrek aan inachtneming van de landrechten of het recht op‘free, prior and informed consent’ van inheemse volkeren. Slachtoffers van dergelijke mensenrechtenschendingen hebben het recht op een effectief rechtsmiddel. In de praktijk botsen ze hierbij echter vaak op moeilijkheden. In het land waar de mensenrechten plaatsvinden kan er bijvoorbeeld een gebrek aan bevoegdheid zijn van de rechter ten opzichte van een buitenlands bedrijf, of een belangenvermenging van de gaststaat, die economische belangen heeft in de buitenlandse investering.
De laatste jaren zijn er daarom steeds meer buitencontractuele aansprakelijkheidsprocedures in de Europese Unie tegen bedrijven voor mensenrechtenschendingen in het globale zuiden. Een belangrijk voorbeeld is de zaak van vier Nigeriaanse boeren en Milieudefensie tegen Shell in Nederland, waarin Shell in beroep aansprakelijk werd gesteld voor vervuiling veroorzaakt door olielekken en verplicht werd om dergelijke schade in de toekomst te voorkomen. Bij dergelijke transnationale procedures rijzen verschillende vragen van internationaal privaatrecht. Op welke grond is een rechter in de EU bevoegd voor schade die plaatsvindt in derde landen? Kunnen rechters in de EU ook bevoegdheid opnemen voor bedrijven gevestigd in het land waar de schade zich heeft voorgedaan? Welk recht zal van toepassing zijn in dergelijke procedures? Zijn de bestaande IPR-bepalingen in de EU adequaat in het licht van het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel
voor slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen?
(NL)
Graag inschrijven vóór 30/11/22 via deze link.